Hoe het met u zit, weet ik niet. Maar ik houd het allemaal niet meer bij.
Dacht ik even hip te doen door een eigen weblog te beginnen, loop ik al weer achter. Want ik heb geen Twitter, Facebook en/of LinkdIn-account. Dus eigenlijk doe ik helemaal niet mee. Terwijl het echt pure noodzaak is om aan minimaal 1 van voornoemde virtuele netwerken mee te doen. Al was het alleen maar om in beeld te blijven als columnist. Of eigenlijk als wie dan ook. Als mens, als vrouw, als moeder. Help!
Mijn zoontje van vierenhalf zit nu al met gemak op YouTube te kijken of er nog wat nieuws onder de zon is. Die kan ik over een paar jaar toch niet vertellen dat zijn moeder he-le-maal niet bekend is met de meest recente social media. Terwijl er genoeg senioren zijn, die zich helemaal gek chatten en lid zijn van diverse (nieuws)groepen.
Nee, dan ik. Ik vind het al heel wat dat ik aan internetbankieren doe.
Laatst werd ik gebeld door de man van een ex-collega, die ik al jaren niet had gezien. Hij wilde voor haar een surpriseparty organiseren, omdat ze 50 werd. Maar hij had mijn gegevens niet en om deze aan het toekomstige feestvarken zelf te vragen, was natuurlijk geen optie. ‘Ik heb je even gegoogeld’ legde hij mij uit. Aha…
Toppunt was dat ik een sms’je kreeg van een vriendin, waarin zij mij vroeg of ik mijn e-mail had gelezen, die luidde: “Zullen we snel weer eens wat afspreken? Gezellie!”
Wat is er mis met mijn telefoon, denk ik dan. Wat is er gebeurd dat de mensen niet meer met elkaar praten, maar alles via toetsenborden moet gaan?
Verleden week zaten we met de afdeling in vergadering. Na 2 uur intens discussiëren was er geen besluit genomen over een bepaalde zaak, dus een vervolgafspraak was gewenst. Nu zaten we toch bij elkaar, dus was het wel zo handig om meteen de agenda’s te trekken. Tenminste, dat stelde ik voor, terwijl ik mijn vertrouwde boekje met pen uit mijn tas griste. Er viel een angstaanjagende stilte en ik vroeg heel sullig: “Zeg ik iets heel geks?” Wat een retorische vraag bleek, want de rest van de leden zat mij aan te staren met in ieders hand de meest geavanceerde iPhone, iPad, i-weet ik veel. Oeps!
Straks is het weer Kerstmis. Jaren achter elkaar stonden bij mij de kaartjes op het dressoir, in de vensterbank, op de schouw. Nu check ik vanaf 20 december elke dag mijn e-mail, omdat de gelukwensen tegenwoordig via dit kanaal binnenkomen.
Ikzelf vind het heerlijk om aan de eettafel kerstkaartjes te schrijven: kopje thee erbij, kaarsje aan en leef je maar uit. Aan wie stuur ik welk kaartje? Wat zal ik er dit jaar eens op zetten?
Helemaal fout! En zo hopeloos ouderwets.
Oud en Nieuw is helemaal een ramp. Het hele netwerk ligt onder vuur! Net bekomen van de schrik van afgrijselijk harde knallen, ontvang ik om 5 uur ’s morgens eindelijk een reeks nieuwjaarswensen van die en gene, die er om 12 uur niet doorheen kwamen. Net zoals al die andere tig miljoen Nederlanders.
Daarom wens ik u nu alvast voor 2011 – en alle jaren die nog voor u liggen – veel geluk en veel (digitale) wijsheid!