Al op jonge leeftijd schreef ik korte verhaaltjes. Ik herinner mij nog goed dat ik die aan mijn oma vertelde, die mij geduldig aanhoorde.
Ook op school vond ik niet één ander vak leuker dan taal. Opstellen schrijven, een werkstuk schrijven en deze het liefst ook zelf illustreren (want ook tekenen kon ik goed en ook dat vak behoorde tot mijn favorieten); ik zette me er vol voor in. Geregeld werden mijn creaties als voorbeeld aan de andere leerlingen getoond.
Mijn middelbare schooltijd werd gekenschetst door agenda’s die uitpuilden van allerlei hebbedingetjes die ik daarin plakte. Ook de eerste gedichtjes voor mijn kalverliefdes werden opgetekend in dat onmisbare en geliefde kleinood.
Mijn repertoire breidde zich langzaam maar gestaag uit: gedachtespinsels, – zomaar uit het niets –, korte verhaaltjes, gedichtjes; alles vertrouwde ik toe aan het geduldige papier. Mijn agenda was niet meer genoeg.
Op latere leeftijd, in mijn eerste officiële kantoorbaan, redigeerde ik brieven en stukken. Ging er een collega weg en er moest een afscheidslied worden geschreven? Call Wendy!
Enkele jaren geleden won ik een columnwedstrijd, die was uitgeschreven in een lokaal krantje. Nadat ik dat heuglijke nieuws van de hoofdredacteur had vernomen, heb ik 3 dagen lang door het huis lopen joelen en springen. Alsof ik de Prijs der Nederlandse Letteren had gewonnen, zo ongelooflijk blij was ik.
Inmiddels beheer ik mijn eigen website, waarop (eerder gepubliceerde) columns te lezen zijn. Eerlijk gezegd vind ik het soms best griezelig om jezelf bloot te geven, maar over het algemeen ontvang ik leuke reacties.
Naast columns richt ik mij sinds kort ook op een andere tak van schrijfsport. Ik luister graag naar iemand die zijn of haar levensverhaal wil vertellen, maar het zelf niet op papier kan of wil zetten. Dat doe ik dan voor diegene.
Naast dat ik daarvan veel leer, hoop ik de verteller een mooi herinneringsdocument te bieden; dat kan variëren van een simpel A4’tje tot een compleet boekwerk. In een enkel geval blijkt een luisterend oor al genoeg; en dat is ook goed.
Dat ik ooit een bestseller schrijf die over de hele wereld door miljoenen fans gelezen gaat worden, is een niet realistisch beeld dat ik ook meteen naar het rijk der fabelen verwijs en wat ook niet mijn doel is. Hoewel dromen natuurlijk altijd mag…
Schrijven zit in mijn bloed, in mijn hele wezen. Schrijven doe ik voor mijn plezier.
En hopelijk ook, een heel klein beetje, voor die van anderen.