‘Het gaat er niet om wie je bent, maar wie je kent’.
Een kreet die ik voor het eerst hoorde toen ik lang geleden, na 10 rijksambtenaar te zijn geweest, overstapte naar het bedrijfsleven. De uitspraak die mij toentertijd ook verbaasde maar al te waar bleek, lijkt ook nu nog – of misschien beter gezegd: juist nu nog – meer van toepassing dan ooit.
Ik had het geluk om iemand in mijn directe omgeving te kennen die ik om raad kon vragen over onze zoon, die destijds al een half schooljaar thuis zat. Ons kind had het behoorlijk moeilijk en zowel school als zorginstelling konden daar – ondanks alle goede bedoelingen en inspanningen – niets (meer) aan doen.
Ik was ervan overtuigd dat mijn zoon beter tot zijn recht zou komen op een basisschool met speciaal onderwijs, maar de betrokken behandelaars waren het telkens niet eens met mijn suggestie. Mijn gevoel echter zei me, dat ik er toch iets mee moest. Dus ondernam ik actie en heb mijn hele verhaal verteld aan eerdergenoemde persoon, die zelf werkzaam was in het onderwijs. Alleen al het feit dat ik werd gehoord door een ervaringsdeskundige – iemand die al eerder met dit bijltje had gehakt en op diens beurt wist met wie contact te leggen hierover – was al een verademing. Niet veel later kwam diegene met de naam van een speciale basisschool; daar kon ik rechtstreeks contact mee opnemen.
Korte tijd later had ik in gesprek met de directeur van deze school, die de vinger op de zere plek wist te leggen. De empathische manier waarop die mij aanhoorde, advies gaf en me verzekerde dat het allemaal goed kwam, voelde als een warm bad. Ik had meteen alle vertrouwen in deze school en vol goede moed keerde ik huiswaarts.
Het traject waarin ik daarna in terecht kwam, was lang. Veel ingewikkelde gesprekken met steeds meer partijen waren het gevolg. De administratieve zorgvuldigheid (lees: bureaucratie) waardoor alles nog maanden duurde en onze zoon pas volgend schooljaar kon beginnen, was soms frustrerend. Aan de andere kant: midden in schooljaar overstappen was misschien ook niet handig geweest. Toch ervoer ik alles als een lang(s)lopend project, maar het uitzicht op eventueel een plekje op deze school was het meer dan waard.
Eindelijk! Met tranen in mijn ogen las ik de brief waarin werd bevestigd dat onze zoon was toegelaten. Na een rustig opgebouwde start gaat hij nu weer fulltime naar school. Hij is opgebloeid en heeft weer vertrouwen. Het is weer ons kind, die er plezier in heeft.
Ik ben mijn ‘redder in nood’ een leven lang dankbaar.
Desalniettemin…
‘Het gaat er niet om wie je bent, maar wie je kent’. Ik vind het een verontrustende gedachte dat (te) veel hiervan afhangt. Ik had het geluk om bij iemand aan te kunnen kloppen, maar velen hebben dat niet. Ik zou willen dat de ‘professionals’, die gezinnen in een soortgelijke situatie hulp bieden, meer oor hebben voor de onderbuikgevoelens van ouders. Want alle in literatuur vastgelegde wetenschap weegt niet op tegen de intuïtie van een vader of moeder.
Ik hoop met mijn verhaal alle ouders en hun kind, die ook door een lastige periode gaan, een hart onder de riem steken door mijn ervaringen met hen te delen. Om hen het vertrouwen te geven dat er een oplossing is. Maar wat ik voornamelijk wil meegeven, is om altijd op hun gevoel af te gaan. En doen wat je vindt dat je moet doen. Hoe groot de weerstand ook is. Altijd!