Onlangs ging ik met een vriendin weer eens ouderwets gezellig borrelen en een vorkje prikken.
We belandden in een restaurant waar ze bijzondere producten verkochten, met als specialiteit diverse huisgemaakte hamburgers. Eén ervan luisterde naar de naam Wagyu. ‘Geen idee’, keek ik vriendin schouderophalend aan. Ze legde mij uit: ‘Het is een koeienras uit het Verre Oosten, dat dagelijks gemasseerd wordt om de smaak van het vlees te optimaliseren’. Haar uiterst serieuze blik in combinatie met de reeds genoten rosétjes deed mij in schaterlachen uitbarsten. En ook zijzelf viel bijna van haar stoel van het lachen om haar eigen ingenieuze wijsheid.
We besloten om hierover meer aan onze gastheer te vragen, die uitgebreid de tijd nam om een gedegen uitleg te openbaren.
Mijn vriendin bleek nòg wijzer te zijn dan ik haar al kende: het vlees was inderdaad afkomstig van runderen die ‘een speciale behandeling’ genoten. Maar, werd er als belangrijke kanttekening bij vermeld, het was niet (meer) zo romantisch als wij ons voorstelden. Met veel verve vertelde onze gastheer, dat de wagyu-koe inmiddels ook al in ons eigen landje geïmporteerd was en dat de beruchte ‘massage’ niet uit mèèr bestond dan de mogelijkheid dat de beesten in hun binnenruimte tegen een autoband – die met een lang, dik touw aan het plafond was opgehangen en op schofthoogte in de stal bungelde – konden aanschuren. Wederom lagen wij gierend van het lachen over de tafel. Deze keer deed onze gastheer ook mee, maar voegde er hikkend aan toe dat de hamburger toch ten zeerste werd aanbevolen.
Aldus koos vriendin ervoor een poging te wagen en bestelde de autoband-burger. Ik hield het bij een kip-variant waarvan de achtergrond mij niet bekend was.
Het smaakte allemaal uitermate goed en wij hebben beloofd zeker nog eens terug te komen, al was het alleen maar om te ontdekken welke geheimzinnige gerechten met een minstens even smeuïg verhaal zich nog meer op de menukaart bevinden…